Steve Cavanagh: Geen tijd om te sterven

Boekerij

€ 19,99, e-book € 12,99

In de ruim 30 jaar dat ik professioneel recensent ben en duizenden spannende boeken heb gelezen, ben ik gestuit op een select aantal debuten. Schrijvers die sindsdien tot mijn helden behoren, Michael Connelly en Harlan Coben, en maar een treetje lager tot mijn favorieten, John Grisham en Scott Turow.

Aan dat illustere rijtje voeg ik Steve Cavanagh toe. Het eerste boek van deze Noord-Ier is exceptioneel goed op alle punten: intrige, tempo, actie, dialogen, karakters, sfeer. Om nog maar eens een vergelijking te maken, op Eddie Flynn zitten dezelfde, door het leven toebedeelde schoonheidsvlekjes als op Hieronymus Bosch (Connelly) en Myron Bolitar (Coben). Hun imperfectie maakt hen des te sympathieker.

Flynn was een verzekeringsfraudeur en oplichter voordat hij strafpleiter werd. Hij raakte aan de drank, doordat hij een – achteraf gebleken – kinderverkrachter vrijpleitte. Een jaar nadat hij de rechtszaal voor het laatst van binnen heeft gezien, wordt hij gedwongen de Russische maffiabaas Olek Voltsjek te verdedigen in een moordproces. Lukt het hem niet voor de topcrimineel een ‘onschuldig’ los te krijgen, gaan Eddie en zijn dochter Amy er aan.

Wat zich ontspint is een legal thriller, waarin de rechtsgang ondersneeuwt in een sneeuwstorm van  kuiperijen, list en bedrog, verraad en geweld. De ene na de andere verrassende wending sleept ons met duizelingwekkende snelheid mee naar de zinderende ontknoping, die slechts een vraag overlaat: waar blijft de volgende Cavanagh?

ARNO RUITENBEEK