Archief per maand:

Bergen

Rechter, officier en parkeerwachter staan voor schut

Alkmaarder wint in hoger beroep over ‘binnen vijf meter van kruispunt’

Een parkeerwachter, een officier van justitie en een kantonrechter staan voor schut. Het gerechtshof in Leeuwarden stelde Alkmaarder Frans Snel in het gelijk na een slepende procedure over een op het oog simpele verkeersovertreding.
Op 12 april 2016 constateert verbalisant Ramy A. dat met Snels Mercedes-Benz met het kenteken 91-LR-RP een verkeersovertreding is begaan op de Vijverlaan in Bergen. En wel ‘met een stilstaand voertuig niet de rijbaan gebruiken’; feitcode R315B. De bekeuring is 90 euro.
Snel gaat hiertegen in beroep bij de officier van justitie. De beslissing van de OvJ volgt een half jaar later. Snel wordt in het ongelijk gesteld. Hij heeft volgens de OvJ wel degelijk de overtreding ‘parkeren bij een kruispunt binnen 5 meter daarvan’; feitcode R397A.
Een geheel andere overtreding, maar de OvJ strijkt de plooien recht in zijn brief van 28 november 2016. Daarin stelt de officier dat, na aanpassing van de beschikking in verband met de fout van de verbalisant, de beschikking terecht en op juiste gronden is gegeven. 90 euro betalen, Snel.
De kantonrechter in Alkmaar volgt in mei 2017 dat standpunt klakkeloos. Hij luistert niet naar Snel en zijn communicatieadviseur Arno Ruitenbeek, die het verweer schrijft dat hij later in uitgebreide vorm ook bij het hof zal voorlezen, dat Snel ruim buiten de vijf meter van de hoek heeft geparkeerd. Want de afstand dient te worden gemeten vanaf het denkbeeldige snijpunt van de stoepranden van de kruisende wegen.

Reconstructie

Omdat hij vindt dat hij gelijk heeft en de kantonrechter ongelijk, gaat Snel in hoger beroep. Dat dient op 21 maart. Om beslagen ten ijs te komen, reconstrueren Snel en Ruitenbeek de periode van ruim zes maanden die ligt tussen de eerste en de tweede beschikking. Ze stuiten op het aanvullende proces-verbaal van de verbalisant, gemaakt op 28 oktober 2016, met drie bijlages.
Dat zijn drie foto’s, helaas van inferieure kwaliteit, van Snels Mercedes, staand op de Vijverlaan en genomen op de dag van de overtreding. Let wel, van de overtreding met code R315B. Want vanaf het punt waar deze opnames zijn gemaakt, is met de beste wil van de wereld niet te zien dat de auto binnen vijf meter van het kruispunt staat. De verbalisant wilde laten zien dat de Mercedes ‘een weghelft blokkeert’ aldus het proces-verbaal.
Foto’s van de overtreding ‘binnen vijf meter’ zijn er ook niet. Dat valt te lezen in de uitdraai van het digitaal loket van het ministerie van veiligheid en justitie van 10 december 2016. Dat de OvJ er toch 100 procent zeker van is dat Snel binnen vijf meter van het kruispunt staat, heeft Snel mogelijk zichzelf te verwijten. Hij liet, enige tijd nadat hij beroep is gegaan bij de kantonrechter met een drone foto’s van onder meer zijn wagen, geplaatst op de overtredingsplek, en op een ervan een meetlint om aan te geven dat hij ruim buiten de vijf meter heeft geparkeerd destijds.
“Onze voorzichtige conclusie is dat hier sprake is van een opzetje van de OvJ en de verbalisant. De laatste stelt zijn aanvankelijke verklaring bij, zodat de OvJ met de foto’s van Snel als ‘bewijs’ het beroep kan afwijzen. Lek gedicht, Snel de pineut”, aldus Ruitenbeek tijdens de zitting in de Friese hoofdstad, drie weken geleden.

Duidelijkheid

Over de overtreding valt inhoudelijk feitelijk weinig te vertellen. Met dank aan de advocaat-generaal, die in zijn schriftelijke visie op de kwestie uitdrukkelijk aan het hof vraagt een uitspraak te doen die duidelijkheid schetst over de definitie van ‘kruispunt’, en ‘het punt waar vandaan de vijf meter moet worden gemeten’.
Het is, toegegeven, een wazige tekst in de verkeerswet RVV 1990, artikel 24. Daar in staat dat de bestuurder zijn voertuig niet mag parkeren. bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan. De toelichting van het RVV 1990 vermeldt daarbij: RVV artikel 24 vervangt artikel 83 van de oude wet, RVV 1966.
“Vervangen, dat is iets heel anders dan dat de formulering al meer dan 25 jaar is afgeschaft zoals de AG zegt. Hij verzoekt uw hof niet voor niets om een uitspraak”, bepleit Ruitenbeek tijdens de zitting half maart. “Om beter te zien hoe we geacht worden die vijf-metergrens te zien, moeten we er dus het oude RVV 1966 nog even bij pakken. Artikel 83: parkeren is verboden bij kruisingen of splitsingen van wegen op een afstand van minder dan vijf meter van de rand van de rijbaan van de zijweg of van het verlengde daarvan

Rand

Hieruit volgt zonder meer dat er vanaf de rand van de rijbaan van de zijweg gemeten moet worden, en niet vanaf het einde van de afronding van de hoeken. “Mocht u nog twijfelen, dan wijs ik u graag op twee kruispunten in Alkmaar, waarvan ik foto’s heb genomen. Het gaat hier om de Herculesstraat en de Hertog Aalbrechtweg. Hier liggen de onderbroken strepen en de haaientanden in het verlengde van de rand en in het geval van de Herculesstraat zelfs zes klinkerbreedtes daarbuiten”, aldus Ruitenbeek als gemachtigde van Snel.

“In dit verband wil de heer Snel opmerken dat bij hem het ongemakkelijke gevoel is opgekomen over de beslissing van de kantonrechter in Alkmaar op 19 mei 2017. Als u wordt gevraagd om duidelijkheid over wat een kruispunt is en vanaf welk punt de vijf meter moet worden berekend, dan was het toch voor die rechter ook niet duidelijk? Dan had hij Snel toch moeten vrijspreken?”

Het hof is het daar volkomen mee eens. Deze rechter heeft zijn huiswerk wel goed gedaan en komt met een arrest van 20 mei 1997 van de Hoge Raad over het begrip kruispunt in artikel 23 van het RVV 1990: “Indien hij (de kantonrechter, red.) heeft geoordeeld dat ingeval van een kruising of splitsing van wegen de afrondingen van de hoeken steeds tot het kruisingsvlak, te weten het weggedeelte dat aan die wegen gemeenschappelijk is, moeten worden gerekend, heeft hij miskend dat die opvatting in zijn algemeenheid niet als juist kan worden aanvaard. De vraag of een weggedeelte tot het kruisingsvlak behoort dient aan de hand van de strekking van art. 23 RVV 1990 te worden beantwoord en kan verschillen al naar gelang de ligging van de desbetreffende kruising of splitsing van wegen.”

De AG geeft ruiterlijk toe dat hij nog nooit van dit arrest heeft gehoord. De kantonrechter in Alkmaar was er blijkbaar ook niet van op de hoogte, laat staat de officier en om over de parkeerwachter maar niet te spreken. Zij zullen dan ook moeten slikken als ze de uitspraak lezen. “De gestelde gedraging is niet verricht, Snel heeft geen overtreding begaan. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter daarom vernietigen en doen wat de kantonrechter had behoren te doen, te weten – met gegrondverklaring van het beroep daartegen – de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigen.”

Snel: “Au, dat doen pijn bij de kantonrechter, de officier en ook die parkeerwachter. Maar ik wist dat ik in mijn gelijk stond.”

Meineed

Snel krijgt de 90 euro terug, plus 250 euro in de tegemoetkoming van zijn kosten (voor onder meer de drone). “Ik heb natuurlijk veel meer betaald, maar dat maakt me niet uit. Dit was een principezaak en die heb ik gewonnen.” Een van de verliezers, parkeerwachter A., is echter nog niet klaar met Snel. “Ik bekijk met mijn advocaat of ik hem aanklaag wegens meineed.”

Dat zit zo. A. legt Snel dingen in de mond. Zo zou hij, enige tijd na de eerste bekeuring, tegen de parkeerwachter hebben dat hij zijn wagen expres zo heeft neergezet ‘om de politie te pesten’. In het latere aanvullende proces-verbaal heet het plotseling dat Snel dit deed om hufterig te doen. “De woorden politie en pesten komen nergens terug.”

“Het is mijn nee, tegen zijn ja”, aldus Snel, die volhoudt nooit zulke uitlatingen te hebben gedaan. “Bovendien spreekt hij zichzelf tegen. Hij gaf me de bekeuring voor ‘met een stilstaand voertuig niet de rijbaan gebruiken’, maar schrijft dat ik de uitlatingen zou hebben gedaan in verband met ‘parkeren binnen vijf meter van de kruising’. Als we elkaar al hadden gesproken, zou het toch niet over dat laatste gaan.”

“En daarmee komen we op de valsheid in geschrifte, gedaan op ambtseed en dat is volgens mij meineed. Want A. levert bij de originele bekeuring foto’s aan, die zijn gemaakt om aan te tonen dat ik buiten het parkeervak sta. Het kruispunt en de afstand ertoe komen niet in beeld. Dus liegt hij ronduit als hij, gedekt door de officier van justitie, later zegt dat hij dit wel bedoeld had, maar slechts de verkeerde feitcode heeft ingevuld.” Overigens heeft Snel een parkeervergunning en is hij daarom tegen de eerste, ‘verkeerde’ overtreding, in bezwaar gegaan bij de officier. Met het bovenbeschreven gevolg.

“Ik wil niet dat een parkeerwachter een loopje met de waarheid neemt en er mee weg komt. Daarom denk ik er sterk over om aangifte tegen hem te doen.”